Boekrecensie: Frictie: Ethiek in tijden van dataïsme

In het kader van Maand van de Filosofie lazen vier studenten de genomineerde boeken voor de Socratesbeker.
Deze keer recenseert Lacey Bartels een boek van Miriam Rasch.
Welke betekenis heeft privacy nog?
Met het boek Frictie legt Miriam Rasch de vinger op de zere plek van de huidige gedigitaliseerde wereld. Het boek beschrijft met behulp van recente voorbeelden de schimmige wereld van het alomtegenwoordig nagestreefde dataïsme: ‘het geloof dat alles te vertalen is in data’. Denk aan Cambridge Analytica die, door het gebruik van data van miljoenen Facebook-gebruikers om stemgedrag te manipuleren, in verband wordt gebracht met inmenging in de verkiezingen van Trinidad en Tobago in 2015, maar ook met de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 en het Brexit-referendum uit datzelfde jaar. De documentaire The Great Hack (2019) geeft het ijzingwekkend weer. Welke betekenis heeft privacy nog?
Miriam Rasch begint haar boek met de vraag of er fenomenen bestaan die niet te vangen zijn in data, neemt haar lezer bij de hand terwijl zij tot de conclusie komt dat deze ‘incommensurable’ fenomenen niet bestaan en stelt dan de vraag, dé hamvraag van het boek: of de mens wel gevangen moet willen worden in data: “Stukje bij beetje verdwijnt de mens, tot hij er uiteindelijk zelf van overtuigd raakt te werken als een computer, met hersenen die input automatisch verwerken tot output. In – out.”
Miriam Rasch toont hoe de techniek, met data als haar stokpaardje, zelf niet goed of slecht is maar werkt als een spiegel voor de mens. Het is de eeuwenoude hang naar zekerheid, optimalisatie en met de komst van de welvaartsstaat (en het achterlaten van de onderste lagen van de piramide van Maslow) voor veel Westerse landen in de jaren 50 de zucht naar gemak die door de mens als 0-en en 1-en werden ingevoerd.
Mislukking is fundamenteel
Door middel van de automaton garanderen de profeten van het dataïsme een veilig afgebakend, overzichtelijk, gecontroleerd, gereguleerd en gemakkelijk leven zonder de onzekerheden van het bestaan. Rasch haalt daarbij Simone de Beauvoir’s Pleidooi voor een moraal der dubbelzinnigheid aan en haar ‘Sans échec, pas de morale’ – zonder mislukking geen moraal: “De mens is gedoemd tot het echec, tot mislukking, omdat wat je doet nooit precies zo zal uitpakken als je denkt, hoopt of vreest. Ethiek veronderstelt imperfectie. Als je de vraag stelt naar het goede, dan impliceert dat dat er onzekerheid bestaat over wat dat is.” Mislukking, met andere woorden, is fundamenteel voor de ethiek en de zoektocht naar het goede, terwijl de techniek maar al te graag in de bres springt om de mislukking weg te poetsen. Het boek Frictie vormt daarmee een pleidooi voor de mens.
Het boek Frictie is een compact geschreven werk dat aan informatiedichtheid niets tekort schiet maar daardoor niet altijd even makkelijk te lezen is. Het is dan ook geen boek om in één zit uit te lezen, waarbij ‘in’ ook direct een ‘out’ wordt, wat gezien de inhoud van het boek niet meer dan passend is. Rasch schrijft in de vorm van een bloemlezing waarbij de persoonlijke omgeving wordt betrokken binnen een anders vrij abstracte thematiek. In een wereld waar een Google Ethics Board al binnen een week opgeheven wordt maar je alleen al hoeft te denken aan een blauwe fiets om er een reclame van op Facebook te zien verschijnen, is het voor iedereen een belangrijk werk in dit, zoals Rasch het noemt, aanbrekend post-ethisch tijdperk (van techniek).
Lacey Bartels is 24 jaar oud en volgt de pre-master International Development Studies aan de Universiteit Utrecht.