Boekrecensie: Machiavelli’s Lef

28 april 2021

In het kader van Maand van de Filosofie lazen vier studenten de genomineerde boeken voor de Socratesbeker.

Deze keer recenseert Marlinda van der Vos een boek van Tinneke Beeckman.

In Machiavelli’s Lef tracht Beeckman de filosofie van Machiavelli (1469-1527) te actualiseren door deze te illustreren aan de hand van moderne politieke conflicten. En dat heeft zij naar mijn mening heel goed gedaan. 

Normaliter lees ik weinig hedendaagse filosofie, of geactualiseerde filosofieën van vroegere denkers, echter denk ik dat iedereen met enige interesse in politiek en machtsverhouding dit boek zou moeten lezen. Beeckman zorgt voor een herleving van Machiavelli’s filosofie. Het boek heeft twaalf hoofdstukken, maar met name het laatste hoofdstuk (“Leef je nu echt vrij?”) trok mijn aandacht. Niet alleen omdat door de huidige internationale situatie de vrijheden van burgers in veel landen in het geding raakt, maar ook omdat het een oproep is om uit te komen voor wat je denkt.

Tegen zelfcensuur

“Als je jezelf censureert, beslis je om niet vrijuit te spreken. Dat doe je omdat je een vorm van represaille vreest.” (232). In dit stuk bespreekt Beeckman zelfcensuur volgens Machiavelli, die rond 1500 uiteraard een stuk minder vrijheid had om te schrijven wat hij wilde dan dat wij tegenwoordig hebben. Machiavelli gaat in tegen deze zelfcensuur: een burger moet kunnen zeggen wat hij denkt, anders liegt hij tegen zichzelf.

Zelfcensuur is niet uitsluitend aanwezig in autoritaire regimes, maar ook in democratieën. Medeburgers (collega’s, vrienden enzovoort) oefenen van allerlei kanten druk op je uit waardoor je op de rem komt te staan. Mensen zijn gevoelig voor de reacties van anderen, en zullen deze bewust of onbewust meenemen wanneer zij hun mening vormen en uiten.

Onafhankelijkheid in het academisch klimaat

In het academisch klimaat is het erg belangrijk om onafhankelijk te denken, en voor je eigen mening te staan en uit te komen. Academici zien zichzelf als onafhankelijke denkers. Echter, volgens Machiavelli zijn er heel wat denkers en schrijvers die overschatten in hoeverre zij onafhankelijk zijn. Immers, iedereen wordt gestuurd door een sociaal kader en hun positie als burger in een maatschappij. Machiavelli stelt daarnaast dat deze denkers het volk niet moeten onderschatten, het volk is niet ‘onwijs of onbetrouwbaar’. Het volk is niet irrationeel en kan ook betrokken worden bij politieke beslissingen en hiermee het inrichten van de samenleving. 

Het punt dat Beeckman maakte over het academisch klimaat vond ik erg sterk. Immers, de meeste mensen die deze recensie zullen lezen, zijn onderdeel van dit klimaat. Het gaat hier niet louter om onze positie tegenover wat wij bestuderen, maar nog fundamenteler om het feit waarom we het een bestuderen en niet het ander. Ik denk dat reflectie naar het fundament van ons onderzoek ervoor zou kunnen zorgen dat we onze positie als (wereld)burger beter kunnen doorgronden. Waarom bestuderen we het een, en niet het ander? Waarom lezen we Machiavelli en geen Afrikaanse filosofie? Waarom is het christendom zo prominent aanwezig in onze samenleving, maar weten de meeste mensen weinig van het hindoeïsme?

Uiteraard zijn deze vragen vanuit een cultureel perspectief te beantwoorden. Ik hoef ook niet de verantwoording van het fundament te kennen; maar het besef dat wij vanuit een bepaalde visie en levensovertuiging onderzoeken is noodzakelijk om te kunnen erkennen dat deze visie niet alduidend of het meest belangrijk is.

Levensfilosofie voor de vrije mens

Wat mij het meest aansprak in dit werk, is dat het een reflectie biedt op mijn eigen (politieke) situatie en standpunten. Ook heeft het mij laten nadenken over de ideeën die ik manifesteer, en de ideeën die ik liever voor mezelf houd omdat mijn sociale kader van vrienden, familie en kennissen het er wellicht niet mee eens zal zijn. Het boek is erg toegankelijk, ook voor mensen die weinig filosofische bagage hebben. De ondertitel is: Levensfilosofie voor de vrije mens en ik denk dat deze heel goed gekozen is. Mensen moeten opstaan voor wat zij vinden: niet alleen omdat het hun recht is, maar ook omdat het polarisatie tegengaat en voor een gunstiger politiek klimaat zorgt.


Marlinda van der Vos is 20 jaar en studeert filosofie aan de VU in Amsterdam.