Boekrecensie: Wijzen naar de maan

3 maart 2021

In het kader van Maand van de Spiritualiteit lazen zes studenten de genomineerde boeken voor Beste Spirituele Boek.

Deze keer recenseert Max Elst een boek van Jan Geurtz.

Geestig en ontroerend

Wijzen naar de maan is een verzameling verhalen die deels autobiografisch is, maar ook geleend uit vooral de oosterse filosofie en spiritualiteit. De verhalen zijn boeiend, geestig, maar soms ook ontroerend. In zijn boek probeert Geurtz zijn eigen spirituele ontwikkeling te beschrijven in zijn eigen persoonlijk leven en uit te leggen hoe spiritualiteit niet iets abstracts hoeft te zijn, maar iets wat je kunt ontplooien in een gewoon en alledaags mensenleven.

Wat mij fascineert is dat hij niet alleen zijn eigen leven als voorbeeld neemt, maar dat je de verhalen ook kunt gebruiken om te ‘contempleren’. Dit betekent niet ‘over iets nadenken’ zoals veel mensen denken, maar ‘het tot je door laten dringen van de eerste gedachte of emotie die je direct na het lezen ervaart.’ Hiermee houd je het in je geest, zonder erover na te denken. Het ‘erbij aanwezig zijn’ transformeert uiteindelijk volgens Geurtz tot een directe ervaring van de werkelijkheid. Je kan dit boek dus gebruiken als onderdeel van je dagelijkse spirituele beoefening. 

In het gedicht Tussen wens en werkelijkheid legt Geurtz de kern uit van zijn verhaal. Hij bespreekt hierin dat wij mensen voortdurend een verschil maken tussen wens en werkelijkheid, wie je bent en wie je wilt zijn. Weten we eigenlijk wie we zijn? Je denkt dat je lijf, je levensverhaal, je overtuigingen je maken tot wie je bent. We identificeren ons met ons zelfbeeld. Maar dat zelfbeeld heeft groot ongemak en lijden tot gevolg. Pijnlijke ervaringen in onze jeugd, angst, afhankelijkheid en zwakte bedekken vaak ons geluk. Deze angst en het gemis willen we niet voelen en dat ‘interne gekissebis’ dekken we toe met ‘leuke doelen’. Geluk en liefde zoeken we buiten onszelf en de ander moet ons eigenwaarde geven. 

Maar het ‘ik’ is slechts wie we denken dat we zijn. Het is een aangeleerd ego, een mentale constructie. Dit zelfbeeld zorgt daardoor voor veel angst en pijn en een hoop ‘emotioneel stratego’. Geurtz schrijft dat het de spirituele oefening is om in te zien dat jij dit niet bent. Je zelfbeeld en al je gedachten zijn slechts een voortbordurend verhaal met hoop en vrees als sterkste krachten.

Vertedering en vriendelijkheid

Het ego raken we nooit kwijt, maar we kunnen ons wel bewuster worden dat wij niet onze directe gedachten, emoties en handelingen zijn. Wanneer we bijvoorbeeld iets meemaken dat ons erg raakt, reageren we ontdaan of geschokt. Een spiritueel geoefend persoon kan echter tijdens deze situatie zijn eigen oordelen even opschorten en naar zijn of haar ervaring kijken met een soort vriendelijkheid. Een voorbeeld dat Geurtz daarbij geeft, is de angst om afgewezen te worden en de manieren die je hebt ontwikkeld om dat te voorkomen en aardig gevonden te worden. Je moet leren om het met liefde te omhelzen. Er is namelijk niks kwaads in het ego, het is onze kinderlijke identiteit. Zolang we ons ervoor schamen, veroorzaakt het lijden. Zodra we er met vertedering naar kijken, verdwijnt alle schuld en schaamte. 

De ‘lessen’ uit het boeddhisme zijn mij ongeveer wel bekend. Alles stroomt, niets blijft. Je bent niet je gedachten en gevoelens, dus verzet of onderdruk deze niet. Maar wat het precies inhoudt of betekent blijft voor mij vaak vaag. In Wijzen naar de Maan vertelt Geurtz aan de hand van verschillende korte verhalen en gedichten op een concrete en inzichtelijke manier hoe deze ideeën vorm krijgen  in een gewoon en alledaags leven. Daarmee vormt het boek een mooie introductie om zelf met deze manier van het leven beschouwen te oefenen.  

Over Max Elst

Max is 27 jaar en studeert aan de Universiteit voor Humanistiek.

“Spiritualiteit is voor mij altijd een vreemd woord geweest. Pas sinds de laatste jaren is mijn interesse gegroeid op dit gebied. Mijn vraag naar zin en betekenis is begonnen rond mijn negentiende: Wie ben ik eigenlijk? Bij wie hoor ik? Waarom ben ik niet gelukkig? Waarom overkomt mij dit? Hoe los ik deze problemen op zodat ik weer verder kan?

Ik weet nog goed hoe ik destijds grip probeerde te krijgen op deze ervaringen. Ik kon mijn gedachten en mijn gevoelens maar niet loslaten. Ik moest ze verklaren, controleren, pas dan zou ik ze kunnen oplossen. Natuurlijk heeft deze drang om te willen begrijpen alleen maar averechts gewerkt en het loslaten van dingen juist in de weg gestaan. Het woord be-grijpen alleen heeft al iets krampachtigs: ‘vast willen houden’. 

Voor mij staat spiritualiteit juist haaks op het idee om alles maar te willen verklaren en te begrijpen. Sinds ik me dit realiseer denk ik bij spiritualiteit ook aan ervaren, je overgeven en loslaten. Tegenwoordig lijkt het of alles maar maakbaar is en je overal invloed op hebt. Dit is een enorme verantwoordelijkheid en het geeft mij veel keuzestress. Een beetje spiritualiteit is dus wel welkom.”