Een impressie van de Dag van de Imperfectie

Perfect
4 december 2019

Bij binnenkomst staat een drietal oude dames bij de glazen deur. Het is minimaal vijf jaar geleden dat ik in de Rode Hoed was dus ik weet niet goed waar ik naartoe moet, of de deur überhaupt al open is. Ook al zien de dames er niet uit alsof ze hier de weg weten, toch voel ik de noodzaak om te zeggen dat ik van de organisatie ben. Ze reageren een beetje mompelend, daarvoor moet ik duidelijk niet bij hen zijn. Ik ga de glazen deur door en loop bijna direct tegen mijn collega aan.

In een geïmproviseerde kleedkamer trekken we lange jurken aan met grote hoepels en dragen we hoeden die Riekje van een autostuurhoes heeft gemaakt. Ieder van ons draagt één lange handschoen, en Riekje draagt twee verschillende oorbellen. Perfect imperfect. In de foyer komen we met meer imperfectie in aanraking, kapotte glazen, een bos bloemen in een kabelhaspel en een lepelplant met gele bladeren die bij het grofvuil is gevonden.

Lat van imperfectie

Bij de ingang hangt een lat van imperfectie, de bezoekers kunnen zelf de hoogte van de lat bepalen. Soms blijft hij plat op de grond liggen, anderen lopen er liever onderdoor. Een enkeling doet een limbodansje, waarna de entourage ook volgt. Riekje en ik lopen de bezoekers in de weg en vragen ‘ruimte voor imperfectie’. We hebben de act een paar dagen ervoor uitgedacht, met genoeg improvisatie onderweg. We voeren een kleine show op, en het is leuk om de reacties van mensen te horen. ‘Je ziet er perfect uit vandaag,’ ondanks dat mijn jurk halverwege de hoepelrok ophoudt? En ik maar één handschoen draag? Perfect imperfect.

Anderen proberen mijn blik te vermijden, of kijken juist extra lang naar me. Ze verwachten dat ik iets ga zeggen, maar juist bij deze mensen houd ik me in. Ik wil mensen verrassen, ik merk dat ik de bezoekers benader die een open blik hebben, niet die verkrampen bij ongemak, omdat ik het zelf ook wil vermijden. Na een half uur zit ik vol van de impressies, ik begin blikken te ontwijken en wil uit mijn rol stappen.

Riekje op de Dag van de Imperfectie

De beste imperfectie

In de pauze wordt het publiek gevraagd een imperfectie te delen met mij of met Riekje. Het begint lichamelijk: een vierdubbele koortslip, een schouder die uit de kom is geweest. Anderen zoeken naar de overtreffende trap van hun eigen imperfectie, van alle imperfecties hopen ze de ‘beste’ te kiezen. ‘Ik heb er zo veel!’ wordt nog vaker geroepen. ‘Ik ben tevreden met al mijn imperfecties,’ zegt iemand, maar weet er dan tóch eentje te noemen waar ze niet zo blij mee is. ‘Ik ben te veel bezig met wat anderen van me vinden’ komt in een aantal variaties voor.

Als we aan het eind van de pauze de kaartjes verdelen, komt bijna de helft neer op onzekerheid. Amper dingen als ‘ik ben slecht in inparkeren’ of ‘mijn ene borst is groter dan mijn andere’, wel ‘te laat komen’ en ‘uitstellen’. Als iemand een imperfectie noemt die eerder is gezegd, benoem ik dat. Op deze manier hoop ik ze mee te geven dat ze niet de enige zijn die zich zo voelen. Ik probeer mijn eigen imperfecties te noemen, ter inspiratie, maar ook om aan te geven dat het niet eng is om er open over te zijn. Wat is het ergste dat er kan gebeuren?

Aan het eind van de avond neem ik de uitgang ‘Ik ben imperfect’. Perfect imperfect.

Gemaakt door: Emma
Emma Kemp werkt sinds december 2020 bij NEWConnective als communicatiemedewerker/programmamaker, en eerder al in 2019 als communicatiemedewerker. Ze studeerde taalwetenschap aan de UvA en deed een master journalistiek in Antwerpen. Ze heeft als marketeer gewerkt en werkte als (eind)redacteur voor (online) tijdschriften.

Wat is jouw levensfilosofie?
"Ik heb nooit in een God geloofd, maar ik ben de afgelopen jaren steeds nieuwsgieriger geworden naar verschillende religies. Ik voel me het meest aangetrokken tot het boeddhisme en de boeken van Eckhart Tolle. Ik geloof dat de God in onszelf zit, we een enorm sterke verbinding met elkaar kunnen voelen, maar daarvoor soms veel obstakels moeten overwinnen."

Wat is het wijste dat je tot nu toe hebt geleerd?
"Dat we niet altijd naar groei en vooruitgang hoeven te streven, dat we tevreden mogen zijn met wat er is, en we ook de ruimte mogen nemen ergens teleurgesteld in te zijn."