Recensie: Wij nihilisten – Hans Schnitzler

14 april 2022

In het kader van Maand van de Filosofie lazen vijf studenten de genomineerde boeken voor de Socratesbeker 2021. Dit keer delen we de recensie van Suzanne van Bart over Wij nihilisten van Hans Schnitzler.

Nerdistan

Inbellen voor internet: bbzzz, pling, zip, biep, biep. Tot ongeveer mijn vijftiende was dit het geval als ik een e-mail wilde versturen, of even op Hyves wilde kijken. Met een beetje pech was ik net wat te vroeg met inbellen voor die e-mail, had mijn vader het telefoongesprek nog niet afgerond en luisterde ik dat gesprek per ongeluk mee… 

Dat soort situaties zijn nu haast nostalgisch. Bijna vijftien jaar later bekijken we memes waarin het inbel-proces wordt gememoreerd. Iets van vroeger – maar de memes, dat is de normaliteit van alledag geworden. 

Hoe kan dat eigenlijk?

Dat is precies de vraag waar Hans Schnitzler zich over buigt in zijn meest recente boek Wij nihilisten. Hij schetst ons het beeld van ‘Nerdistan’: een gemeenschap gecentreerd rondom de leer van het dataïsme en algoritmes. In religieuze termen tekent hij onze verlossing uit: Alles is gepredestineerd, verlossing komt tot stand door totale overgave aan de dataleer. Data maken vrij. 

In slechts enkele decennia heeft het de wereld, de maatschappij en onze persoonlijke levens diepgaand veranderd. Haast alsof het ons overkomen is. Maar, is Schnitzlers terechte vraag, hoe kan het dat we ons eeuwenlang proberen te ontworstelen aan allerhande structuren met onze autonomie en vrijheid als hoogste doel, en nu vrijwel zonder slag of stoot ons laten meevoeren in de praktijken van techno-magnaten?

Zekerheid en zingeving

Het doel van ‘de nerd’ als fris archetype in Nerdistan is om de fouten in het systeem op te sporen en te verhelpen. Schnitzler haalt futurist en prominent voorstander van het transhumanisme Ray Kurzweil aan, om de vermeende fout in ons systeem aan te wijzen: de mens als kwetsbaar en sterfelijk wezen. Ten diepste draait de vergaande technologisering en onze al dan niet vrijwillige overgave aan het data-systeem om het wegduiken voor de eindigheid van het menselijk bestaan. 

Waar transhumanisten zoals Ray Kurzweil en Max More nogal eens teruggrijpen op het gedachtegoed van Friedrich Nietzsche, vraagt Schnitzler zich af of dit wel terecht is. Nietzsche betoogt juist de verbondenheid tussen mens en natuur, in plaats van ontkoppeling: ‘Maar een in wezen mechanische wereld zou een in wezen zinloze wereld zijn!’ (Nietzsche geciteerd door Schnitzler, p. 70)

Hier stuiten we op de kern van Schnitzlers betoog en de vraag hoe het mogelijk is dat wij mensen vrijheid ongemerkt opofferen ten dienste van vurige techno-fanaten als Elon Musk en Mark Zuckerberg. Het eeuwenoude religieuze narratief van de mens die als God wil heersen steekt hier de kop op, en technologie lijkt verlossing te bieden. Het losmaken van oude zekerheden, eerder bijvoorbeeld gefaciliteerd door Grote Verhalen uit religieuze tradities, en de idee daarmee ultieme vrijheid en autonomie te verkrijgen, heeft een keerzijde. Nietzsches idee van vrijheid als loskomen van alle zekerheden is een uitdaging voor een mens die een basis onder het leven zoekt, een vaste grond. En ongemerkt hechten we daarom aan digitale data als een nieuwe factor van zekerheid en zingeving, een betrouwbare bron voor de verloop van ons leven. Want als we weten dat we het lichaam tot over het eindige heen beheersen, dan is er zekerheid. (Of toch niet?)

Geen gewaagde route

Een ‘ontsnappingsideaal’ en ‘nihilistische reflex’ noemt Schnitzler dit. Willen leven in vrijheid, zonder ergens op te leunen, is een intense uitdaging. Het vraagt ook om hernieuwde bezinning op de invulling van het begrip: Is vrijheid enkel los zijn van macht, van iets waar je op een bepaalde manier aan gebonden bent – of gaat het om een positieve invulling en de vraag waar jij als persoon naartoe wilt? Parallel hieraan brengt Schnitzler de ethische zijde aan het licht, namelijk de vraag naar de waardering van de mens als wezen van vlees en bloed, sterfelijk, eindig, beperkt. 

Wij nihilisten is een heerlijke exercitie voor je brein. Dat maakt het lezen van (religieus-)filosofische boeken mijns inziens zo fijn; als het goed is, word je uitgedaagd in je denken en bevraag je voor het eerst of opnieuw je eigen vooronderstellingen, waardoor je denken verder wordt gevormd. De lijn die Schnitzler uiteenzet is niet moeilijk te volgen, noch is het een heel gewaagde route. Dat maakt het boek echter geenszins saai of irrelevant. Integendeel – juist door vanuit Nietzsches nihilisme naar vergaande technologisering te kijken, wordt scherp duidelijk welke onderliggende motieven mee kunnen spelen in onze levenshouding. Schnitzler heeft daarnaast het vermogen om met rijk, compact en vloeiend taalgebruik in slechts 150 pagina’s je even goed te laten nadenken over wat vrijheid voor jou betekent, hoe jouw mens-zijn zich verhoudt tot een steeds sterker gedigitaliseerde wereld. Daarbij brengt hij een flinke portie humor in – gegrinnik gegarandeerd. Fascinerend is ook hoe Schnitzler de technologische evolutie duidt in religieuze termen – soms net op het randje. Daarmee geeft hij aan hoe groot de rol en betekenis van technologie (mogelijk) is geworden vandaag de dag, en de drang om het mens-zijn te beheersen ons wellicht tot goden wil verheffen.

Concluderend: als jij ook met enige nostalgie memes uit het pre-wifi tijdperk bekijkt en jezelf de vraag wilt stellen wat het betekent om mens te zijn in een dataïstische maatschappij, dan ben je bij Schnitzler aan het juiste adres! 


Suzanne van Bart (28) volgt een master Theology & Religious Studies.


Lees ook de andere recensies op onze blog.