Rouwen tijdens een pandemie – een geluk bij een ongeluk

9 maart 2022

Floor van de Leur


Op 6 april 2021 overleed mijn enige zus aan de gevolgen van een hersentumor. Dat die tumor daar zat, hoorden we de zomer ervoor, en dat hij niet meer weg zou gaan werd duidelijk in de herfst. Ze grapte dat ze misschien bij de Club van 27 zou mogen: een groep beroemde muzikanten die allemaal op 27-jarige leeftijd stierven. Zo ver kwam het niet. Ze overleed vier maanden voor haar zevenentwintigste verjaardag.

Ruim een jaar eerder werd de wereld opgeschrikt door een besmettelijk en in sommige gevallen zelfs dodelijk virus. COVID-19 ontwrichtte de samenleving: Nederland ging in lockdown. In eerste instantie dachten we dat het een paar weken zou duren. Ik vond het eigenlijk wel leuk. Ineens had ik midden in het semester een soort mini-vakantie. Want hoewel de universiteit haar best deed om het onderwijs online door te laten gaan, vervielen mijn tentamens in maart en hoefde ik de laatste twee weken van die periode nauwelijks meer iets te doen. Dus lag ik hele dagen in bed chocola te eten en Netflix te kijken, en ik vond het heerlijk.

Vlak voor de zomervakantie van 2020 kreeg mijn zus last van epileptische aanvallen. In augustus bleek dat de oorzaak daarvan een tumor in haar hoofd was. Een paar jaar daarvoor had ze ook al kanker gehad, waarvoor ze toen succesvol – dachten we – was behandeld. De uitzaaiing in haar hoofd was dus niet geheel onverwacht, maar wel een zeer onaangename en onwelkome verrassing. Toen we een paar maanden later hoorden dat de behandeling dit keer niet aansloeg, bereidde de rest van Nederland zich voor op een nieuwe lockdown naar aanleiding van een tweede golf van besmettingen. Hoewel de meeste studenten opzagen tegen weer maandenlang online onderwijs en thuis naar hun computerscherm staren, gaf het mij de mogelijkheid mijn studie en mijn zojuist overhoop gegooide privéleven te combineren. Ik kon bij mijn familie zijn wanneer ik wilde en volgde online colleges vanuit huis, de trein of het ziekenhuis. Zo haalde ik tot en met januari toch nog al mijn vakken.

Vanaf eind januari ging het langzaam steeds slechter met mijn zus. De laatste twee maanden van haar leven was ik bij mijn familie, zo’n twee uur reizen van mijn universiteit in Amsterdam. Al het onderwijs was nog steeds digitaal. Ik begon vol goede moed aan mijn nieuwe vakken, want het zou me niet gebeuren dat ik naast het verlies van mijn zus ook nog extra studievertraging opliep. Ik weet niet zo goed waarom ik dat zo belangrijk vond. In ieder geval lukte het niet en stopte ik na twee weken met de vakken die ik volgde.

Toen het duidelijk werd dat het afscheid van mijn zus dichterbij kwam, begonnen we met het plannen van de uitvaart. Naast de normale keuzes die iedereen moet maken voor een afscheidsdienst (muziek, bloemen, sprekers, kist, et cetera), kregen we nog een extra uitdaging: er moest een gastenlijst opgesteld worden. Vanwege het hoge aantal coronabesmettingen mocht er maar een beperkt aantal mensen naar de uitvaart komen. De rest kon meekijken en -huilen vanuit huis, via een livestream. Ik vond het verschrikkelijk. Ten eerste had ik me haar afscheid altijd voorgesteld in een bomvolle zaal vol huilende mensen. Om de een of andere reden putte ik troost uit het idee om honderden mensen verdriet te zien hebben om mijn zus. Ik wilde iedereen die haar gekend had in de ogen kunnen kijken en hun verdriet kunnen zien, ter bevestiging van de invloed – hoe klein ook – die ze had gehad op zoveel mensenlevens. Ten tweede vond ik het naar om een selectie “uitverkorenen” te moeten kiezen. Voor mijn gevoel zeiden we daarmee tegen alle mensen die niet waren uitgenodigd dat ze niet belangrijk genoeg waren voor haar of voor ons. Als laatste leek het me voor de thuisblijvers ook helemaal niks. In je eentje thuis op de bank met een doos zakdoekjes naar een uitvaart kijken lijkt me ontzettend eenzaam.

Helaas zat er niets anders op en maakten we twee gastenlijsten: een voor als er vijftig mensen mochten komen, en een met nog vijftig extra namen voor het geval de maatregelen versoepeld zouden worden. Dat gebeurde niet. En dus verwelkomden we een week na haar overlijden onze vijftig meest dierbare vrienden en familieleden in een klein zaaltje vlak bij ons ouderlijk huis. Het werd een prachtige, intieme uitvaart. Ik vertelde over mijn zus, over onze jeugd samen, onze hechte vriendschap toen we allebei studeerden. En iedere keer dat het me te veel werd keek ik de zaal in en zag ik de gezichten van de mensen die haar zo dierbaar waren. Als ik het nog eens over kon doen, zou ik het weer precies zo willen. Geen harde houten bankjes, maar mooie ronde tafels met kleine groepjes mensen. Geen gezichten op de derde rij waarvan je je afvraagt welke naam er ook alweer bij hoort. Geen rijen mensen de hand moeten schudden terwijl je ouders in je oor fluisteren welke achteroudtante er nu weer voor je staat. Later hoorde ik van de mensen die de livestream hadden gekeken dat ze het ook digitaal vanuit huis een mooi afscheid hadden gevonden.

Na de zomer ging ik voor het eerst in een half jaar weer naar de universiteit. Ik bereidde me voor op starende blikken, geroezemoes achter mijn rug en ongemakkelijke uitingen van medeleven, maar niemand scheen gemerkt te hebben dat ik maanden weg was geweest. Ik weet nog steeds niet of ik dat een voordeel of een nadeel vind. Aan de ene kant werd ik niet voortdurend herinnerd aan het verlies van mijn zus en kon ik afleiding zoeken in mijn studie en de omgang met medestudenten. Aan de andere kant voelde ik me soms eenzaam en verborg ik mijn verdriet, omdat niemand zou begrijpen wat er aan de hand was als ik ineens moest huilen. En dus huilde ik vaak op de fiets, een half uur heen en een half uur terug.

Op het moment dat ik dit schrijf is het precies elf maanden geleden dat mijn lieve zus overleed. Het voelt alsof ik haar gisteren nog gesproken heb en tegelijkertijd als een eeuwigheid geleden. Ik stop mijn verdriet niet meer weg en vertel soms over haar aan de mensen om me heen. Huilen op de fiets doe ik bijna niet meer. Ik overweeg om volgende maand, wanneer het een jaar geleden is, haar prachtige afscheid nog een keer terug te kijken. Dat we daar dankzij een wereldwijde epidemie een mooie opname van hebben, is een geluk bij een ongeluk.

Op de foto: Floor en haar zus

Floor heeft vorig jaar meegedaan aan een rouwgroep van NEWConnective.