“Wanneer men het heeft over uitroeien, dan toch het kwaad in de mens en niet de mens”

28 april 2022

Door: Joanne Boerema

Het is 5 november 2017 en ik ben met een groep studenten in Polen om Auschwitz-Birkenau te bezoeken. Het weer is guur en bewolkt zoals je dat zou verwachten op zo’n plek. Een plek van zoveel leed. Ontmenselijking. Vernietiging. De plek waar ook de joodse vrouw Etty Hillesum is omgekomen op 29-jarige leeftijd.

Een paar voetbalvelden

Ik voel me verdwaasd en kan niet bevatten wat zich daar heeft afgespeeld. We bezoeken eerst Auschwitz I, het zogenaamde werkkamp. Het voelt onwerkelijk om onder het Arbeid macht Frei-bord te lopen. Het museum vertelt ons de verhalen van de slachtoffers. Aan het einde van de middag vertrekken we met een busje naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau dat een paar kilometer verderop ligt. Wanneer we daar aankomen, verbaast het me hoe dicht het kamp bij een woonwijk ligt. En het is veel kleiner dan ik verwacht had. ‘Slechts’ een paar voetbalvelden groot. Het is zo gek om je voor te stellen hoeveel mensen daar geweest zijn, probeerden te overleven. Zijn vermoord. En hoe hard deze moordmachine gedraaid heeft. De dag maakt een diepe indruk op me achter. Het is zo luguber dat het niet helemaal tot me doordringt. De zon gaat onder en een gouden gloed verlicht het kamp.

Ter voorbereiding van dit bezoek heb ik een tekst van Etty Hillesum meegenomen. Mijn professor raadde mij aan om haar dagboek te lezen en ik voelde me meteen thuis in haar gedachtewereld. Ik bewonder haar, omdat na alles wat haar werd aangedaan, ze weigerde haat te voelen.

Misdadig is het systeem

Etty was enorm streng voor zichzelf en ik denk niet dat zij helemaal ingezien heeft hoe ontzettend sterk ze was. Op 27 februari werd 1942 werd ze flink uitgefoeterd door een jonge Duitse soldaat. Ze realiseerde zich dat het haar innerlijke houding is die bepaalt hoe zij reageert op de buitenwereld en in plaats van hem te haten, had ze medelijden met hem. Ze vroeg zich af wat er met hem gebeurd is in zijn leven dat hij zo is geworden.

“…me er zeer sterk van bewust zijnde dat deze jongens beklagenswaardig zijn zolang ze geen kwaad kunnen, maar levensgevaarlijk als ze op de mensheid losgelaten worden. Misdadig is alleen het systeem dat deze kerels gebruikt. En wanneer men het heeft over uitroeien, dan toch het kwaad in de mens en niet de mens.”

Er zullen altijd leiders zijn die zullen proberen met hun haat verdeeldheid te zaaien en zelfs verder te gaan tot vernietiging. Maar om dat werkelijk te kunnen bereiken hebben ze andere mensen nodig. Jou en mij. En we zijn er ingetrapt. Vaak. We hebben ons bang laten maken voor de vreemdeling. De gelukszoeker. We hechten teveel waarde aan onze eigen identiteit en zijn wantrouwend naar mensen wiens identiteit daar ‘haaks’ op lijkt te staan. Zijn we werkelijk zo bang voor een ander dat we daarvoor bereid zijn onze menselijkheid te verliezen? Het ironische is, is dat het eigenlijk onze eigen projectie is waar we bang voor zijn. De ander heeft zichzelf namelijk nog niet getoond en toch hebben wij al ingevuld hoe diegene is. Wij hebben onze eigen angsten een gezicht gegeven in de vorm van een vreemde. Angsten die meer over onszelf zeggen dan over die ander.

“Those who do not remember the past are condemned to repeat it.” – George Santayana

De angel verwijderen

Het is niet dat we de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog vergeten zijn. We hebben onze ogen ervoor gesloten. De verschrikkingen zijn nooit weggeweest, maar we wilden het niet zien. Die vluchtelingen hoefden we niet. Ze zijn te anders. Zij begrijpen onze manier van leven niet. Onze normen en waarden. De oorlog in Oekraïne laat ons op pijnlijke wijze zien hoeveel makkelijker het is om een ander op te vangen wanneer die lijkt op onszelf. Maar nu, nu de vluchtelingen op ons lijken zijn ze welkom. Zit ons land niet meer vol. Elk jaar weer zeiden we: nooit meer Auschwitz, maar hebben we werkelijk geleerd? 

Wanneer we nooit meer Auschwitz echt menen, zullen we allemaal hard aan onszelf moeten werken. Naar binnen moeten keren. Opzoek naar onze schaduwen en ze recht in de ogen moeten kijken. Het zijn geen woorden die uit loyaliteit jaarlijks herhaald moeten worden, maar deze woorden geven ons allemaal een actieve opdracht. We zullen onszelf af moeten vragen: waar zitten mijn vooroordelen? Waar zit mijn wantrouwen? Waar komt het vandaan? En doorvragen totdat we de angel kunnen verwijderen. De andere opdracht die deze woorden ons geeft is om op te komen voor de mensen die onderdrukt en vervolgd worden. Voor de mensen die het slechter hebben dan wijzelf. En weer onszelf vragen te stellen. Zorg ik door mijn handelen ervoor dat mensen het slechter of juist beter hebben?

We zijn allemaal mensen

Velen zullen het naïef of navelstaarderij vinden, maar ik ben het met Etty eens dat de wereld echt mooier kan worden wanneer we allemaal actief aan onszelf werken. Het gouden licht op onze schaduw laten schijnen. Met onszelf in het reine komen. Dan zullen we zachter worden naar onszelf en naar de wereld. En ons realiseren dat we in de kern allemaal op onze eigen, unieke manier, hetzelfde zijn. Allemaal mensen opzoek naar liefde, veiligheid en geluk.


8 juni: een avond over Etty Hillesum

Op woensdag 8 juni organiseren we een avond over Etty Hillesum, met de ontdekker van haar dagboek.

Meer info op de eventpagina!