Wanneer sterven een reële optie wordt

Sarah Mead
13 april 2020

Als de dood wereldwijd aanklopt, worden we plotseling met een oerangst geconfronteerd. De COVID-19 pandemie brengt sterven als concept onder de aandacht bij de mens. Wanneer sterven een reële optie wordt, is het misschien de bedoeling daar niet langer van weg te kijken. En vooral ook eens in te zoomen op het leven dat ons gegeven is en dat nú plaatsvindt. Het schudden van een hand, een knuffel of kus, het zijn wapens geworden. Een onzichtbare dader brengt ons in gevaar: levens nemend, ons angst inboezemend. Is dit misschien een goede aanleiding om na te denken over onze sterfelijkheid? Over wat wij hier op aarde te doen hebben? Onze levensmissie, onze bedoeling op deze planeet?

Het coronavirus opent onze ogen voor de eigen kwetsbaarheid en die van de mensen die ons dierbaar zijn. Er wordt een schijnwerper op onze gezondheid gericht, met name het beschermen en versterken hiervan. Juicebars maken reclame voor immuniteit versterkende sappen, voor zorgpersoneel wordt landelijk geklapt en handenwassen wordt een ritueel dat landsgrenzen overschrijdt. Onze gezondheid, en vooral de kwetsbaarheid daarvan, is voor velen het gesprek van de dag. Het hebben van levensenergie, gezond zijn wordt door een steeds groter wordende groep niet langer voor lief genomen.

Doordat een groot deel van de samenleving binnen blijft om de verspreiding van het virus te vertragen, zijn velen nu op zichzelf aangewezen. Hoe vermaken we ons wanneer wij met gezin of huisgenoten in quarantaine verblijven, zonder prikkels van buiten? Hoe gaan we om met eenzaamheid wanneer we geen bezoek mogen ontvangen vanwege onze kwetsbare gezondheid of alleen wonen? De zon schijnt maar hoe genieten we van heerlijk weer zonder parken, grachten, stranden en terrassen te bezoeken? Omdat reizen niet langer is toegestaan vallen vele vakantieplannen in het water. Een luxeprobleem of niet, het vraagt om een nieuwe manier van handelen.

Hoewel het van belang is om deze crisis niet te bagatelliseren en enigszins op de hoogte blijven van het nieuws essentieel is, kunnen de media onze oerangst, de angst om dood te gaan, ook versterken. Ga eens na bij jezelf hoe vaak je het nieuws kijkt, of dit echt nodig is en hoe je je erna voelt. Misschien volstaat twee keer per week wel, en voorkom je dat je hele leven opeens door het virus wordt overgenomen. Ook taal, hoe we de dingen kaderen, doet hier iets wezenlijks en stuurt ons denken. Hoe zou het er uitzien als wij de volgende woorden vervangen? Social distancing –> physical distancing, isolation –> safe harbor, lockdown –> my home as a my sanctuary, quarantine –> retreating for wellness. Hoe voelen deze synoniemen anders? Hoe we met deze situatie omgaan heeft voor een groot gedeelte met perceptie te maken en met wat we toelaten in ons bewustzijn.
Tegelijkertijd gaat mijn hart uit naar mensen met een onveilige thuissituatie: als er al dreiging van grensoverschrijdend gedrag was, dan neemt dit nu in veel gevallen exponentieel toe. Als mensen überhaupt al van een thuis kunnen spreken: laten we vooral ook dak- en thuislozen of bewoners van Oranje Huizen (voormalige blijf-van-mijn-lijf-huizen) niet vergeten. Het is een tijd die vraagt om veerkracht, mededogen, flexibiliteit en incasseringsvermogen. Voor iedereen op zijn of haar geheel eigen manier, zich afspelend binnen een voor hem of haar unieke (thuis)situatie.

Ik geloof dat de geschiedenis die nu geschreven wordt, tegelijkertijd een gevalletje never waste a good crisis is. Wat willen we meenemen van ons leven nu, wanneer de pandemie- storm is gaan liggen? Wanneer we inzien dat wij dankbaar mogen zijn voor een goede gezondheid, bedenkend dat sterven een reële optie is geworden? Welke mooie dingen heeft het ons dan gebracht? Wat mij betreft vraagt deze tijd om introspectie, naar binnen keren, tijd voor onszelf nemen. Want ik geloof dat de pandemie behalve het nemen van levens en een deel van onze vrijheid, ons ook iets kan brengen. Transitie, het startschot van een nieuwe tijd. Een kans, een crisis, die we niet moeten verspillen en uitnodigt om ons persoonlijke kompas te gebruiken.

Ook wanneer de baan, het gezin of de studie gewoon door draaien, liggen er binnen deze verandering schatten verborgen. Ik merk dat het niet hoeven reizen om te schakelen tussen baan, studie en stage mij ontzettend veel tijdswinst oplevert en deze schatten tevoorschijn tovert. Het gevaar ligt hem erin vervolgens dubbel zo effectief te willen zijn en de tijd alsnog op te maken aan ‘nuttige’ bezigheden. Ik leer op de rem te staan, te ademen en tijd voor míj in te lassen – dit mag van mij blijven. Ik kader deze pandemie heel bewust niet als tragisch of traumatisch maar als een kans om te leren en te groeien. Het ‘nietsdoen’, het stil zijn: het zijn voor mij de schatten, de momenten waarop goede ideeën en inspiratie komen en mijn lichaam als meer van mij voelt. De gejaagdheid van het alledaagse leven lijkt er een beetje vanaf. Er is minder haast in de stad, alles lijkt iets trager te gaan. Het voelt als een uitademing.

Ook onze planeet lijkt uit te ademen. Alsof de mensheid huisarrest heeft gekregen zodat zij even tijd voor zichzelf heeft, een spa day voor moeder aarde. Ik hoop dat het besef door zal dringen dat wij hier te gast zijn en haar niet bezitten. Dat ook zij uitgeput kan raken. En dat het eten van dieren voor een spill-over, overstap virus van dier naar mens, en dus deze pandemie heeft gezorgd. Ik hoop dat alles dat als normaal gezien werd, vanaf nu bevraagd zal worden. Ik wens ook dat er een gewoonte van dankbaarheid in het dagelijks leven zal neerstrijken, wanneer we straks bepaalde dingen weer ‘mogen’ die ons nu worden afgeraden of afgenomen. Is het bijvoorbeeld nodig om meerdere malen per jaar het vliegtuig te gebruiken? Is het onderwijs goed zoals het was of kunnen we met een schone lei beginnen met meer oog voor het kind als individu? Meer mensen doen weekboodschappen, koken weer zelf, gaan met elkaar aan tafel en het respect voor woon- en gezinssamenstellingen in allerlei vormen lijkt te groeien.

Voor mij is ‘wat heb ik in huis?’ een vraag die regelmatig bij me opkomt. Letterlijk en figuurlijk. Letterlijk: waar kan ik me mee vermaken, welke hobby zal ik weer oppakken en wat kan ik koken? En figuurlijk: welke talenten bezit ik die ik kan inzetten voor een betere wereld? Wat kan ik al ten uitvoer brengen, waar ik eerder misschien nog wachtte op toestemming buiten mijzelf? Een diploma, een ‘gouden sticker van de juf’, groen licht van een onzichtbare ander. Waarvan kan ik zeggen: dit heb ik in huis en dit kom ik de wereld brengen? Wanneer sterven een reële optie wordt, hoe wil ik dan dat mijn leven er uit ziet totdat het zo ver is?

~ Sarah Mead

Foto credits: fotograaf Mateo Hamann